15 SEPTEMBER 1930. 567 dat de werkloosheid dit jaar vroeger is ingetreden dan andere jaren, en overwogen hebben, welke maatregelen in verband daarmede zijn te nemen. Spr. heeft vóór zich liggen een plan van werkverschaffing, hetwelk hij eigenlijk eerst in de be trokken commissie had willen bespreken. Nu men deze aan gelegenheid echter in het openbaar te berde heeft gebracht hetgeen Spr. veronderstelt te geschieden in het belang van de zaak en niet omdat zulks in de plaatselijke pers vermeld wordt' J moet hij er wel iets van zeggen, alhoewel het in de bedoeling lag daarover nog het advies der Commissie in te winnen, aannemende dat de Raad daarop prijs stelt. Nu krijgt de Commissie niet veel meer dan een mededeeling achteraf. Dat is echter Spr.'s schuld niet. Bedoeld plan dan zal f 7500, aan arbeidsloon kosten. Terwijl de heer Me ij vis voorstelt f 10.000,-- beschikbaar te stellen zonder eenige nadere aan wijzing, komen Burgemeester en Wethouders hier met enkele aanduidingen, waarvoor de Raad hun machtiging zou kunnen verleenen om alvast een begin daarmede te maken, dan kan in een volgende vergadering onder indiening der definitieve plannen het crediet beschikbaar worden gesteld. Spr. vestigt vervolgens de aandacht op een tweetal om standigheden, welke den omvang der werkloosheid gunstig kunnen beïnvloeden, namelijk het feit, dat spoedig een begin zal worden gemaakt met den bouw van de 157 gemeente'- woningen nabij den Bredascheweg, en de aanvang der cam pagne aan de Suikerfabriek „Wittouck". Er is dan ook vol gens Spr. geen reden voor een paniekstemming. Weliswaar is de werkloosheid op het oogenblik grooter dan in vorige jaren op het zelfde tijdstip, maar de toestand is nog verre van catastrophaal. Wat betreft het verzoek om het tijdstip van het inwerking treden der steunregeling te vervroegen, zegt Spr., dat er we.l aanleiding is om daartoe over te gaan. Ook omdat vel? werk- loozen, hoewel zij daar zelf niet behoeven te komen, thans steun van het Burgerlijk Armbestuur genieten. Op grond van een en ander acht Spr. het wenschelijk, dat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1930 | | pagina 567