15 SEPTEMBER 1930.
569
regeling
loozen is gezorgd. Gelukkig is de werkloosheid hier niet zoo
groot als in vele andere gemeenten; des te gemakkelijker kan
Breda dan ook in de nooden der werkloozen voorzien, zegt
Spr. Dat daarbij werkverschaffing de voorkeur verdient boven
steunverlening, behoeft volgens Spr. geen betoog.
De heer VAN WERKHOOVEN merkt op, 'dat Wethouder
Van Buitenen heeft gezegd, dat Burgemeester en Wet
houders in een volgende vergadering met de crediet-aanvrage
zullen komen. Naar aanleiding hiervan vraagt Spr., of hij
goed heeft begrepen, dat het niet de bedoeling is zoolang
met het nemen van maatregelen te wachten.
De VOORZITTER antwoordt bevestigend.
Wethouder VAN BUITENEN voegt daaraan toe, dat de
zaak op het ©ogenblik zoo staat, dat er ontwerp-voorstel'len
gereed zijn, welke werkverruiming beoogen, maar niet meer
in deze vergadering konden worden behandeld. De bedoeling
is nu, dat Burgemeester en Wethouders, als zij daartoe mach
tiging bekomen, in October met de uitvoering der steunre
geling beginnen en met ,de werkverschaffing. Burgemeester
en Wethouders kunnen, wat de financieele zijde van de zaak
betreft, voor de steunverleening voorloopig nog toekomen,
daar er op den betrokken begrootingspost nog een 16 hon
derd gulden beschikbaar is; in de volgende vergadering kun
nen zij dan een aanvullingscrediet vragen en het plan tot werk
verschaffing aan den Raad voorleggen met een credietaan-
vrage daarvoor.
De VOORZITTER legt er nog eens den nadruk op, dat
het werkloozencijfer volstrekt niet van dien aard is, dat er
ook maar eenigszins voor een paniekstemming aanleiding be
hoeft te zijn, hetgeen evenwel niet wegneemt, dat men een
en ander onder de oogen behoort te zien.