593 29 OCTOBER 1930. „volgens art. 72 uit de gemeentekas kunnen worden gevraagd. „In de toepassing heeft 'deze aanvulling tot verschillende „opvattingen geleid. Ons leek ,de meest billijke alleen dan „gelden ex art. 72 voor nieuwe leer- en hulpmiddelen toe te „staan indien de aanschaffing er van gerekend kon worden „tot de buitengewone uitgaven, b.v. als gevolg van vermeer dering van het aantal ileerlingen, uitbreiding klassen e.d. „Uitgaven daarentegen die het gevolg zijn van een vernieu wing der leer- en hulpmiddelen ter vervanging van be staande, behoorden o.i. te worden gekweten uit de ver goeding ex art. 101 tder L.. O.-Wet als behoorende tot de „gewone exploitatiekosten der school. „Op grond van deze overwegingen is o.m. bij besluit van „den Raad d.d. 30 Juli 1929 afwijzend op een verzoek van „een schoolbestuur om ex art. 72 gelden beschikbaar te „stellen voor de aanschaffing van leerboeken ter vervanging „van in gebruik zijnde. „Tegen dit besluit is het schoolbestuur in beroep gekomen „bij Gedeputeerde Staten welk college, 'bij zijne beschikking „van 20 December 1929, het schoolbestuur in het gelijk „stelde, waarna bij raadsbesluit d.d. 16 Mei 1930 werd be- „sloten alsnog de vereischte medewerking te verleenen. „Meerdere beslissingen, tot in hoogste instantie, de laatste „jaren genomen, geven duidelijke aanwijzingen dat door de „schoolbesturen gelden volgens art. 72 kunnen worden aan gevraagd voor alle leer- en hulpmiddelen, onverschillig of „ze voor het eerst worden ingevoerd, dan wel bestaande „moeten vervangen. De schoolbesturen kunnen voor het „aanschaffen van leerboeken en leermiddelen aanspraak ma- „ken op gemeentelijke gelden zonder eenige andere bepaling „dan dat zij niet te boven gaan „de normale eischen welke „aan het lager onderwijs zijn te stellen". „Het lijdt geen twijfel of de toepassing van art. 72 in dezen „zin moet voor de gemeentebesturen tot groote onbillijk heden leiden. „Hoewel ook de door .het schoolbestuur gevraagde leer-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1930 | | pagina 593