29 OCTOBER 1930. 601 band met het drukke verkeer over den Tramsingel, het brug getje ter plaatse geheel te doen vervallen. Verder komt het hem gewenscht voor, dat de mestvaalt nu zoo spoedig mogelijk verdwijnt, ook omdat er in dit stads gedeelte een groote uitbreiding van het aantal woningen heeft plaats gehad. Als Spr. zich niet vergist, is reeds in de vergadering van 10 October 1928 de Reinigingscommissie belast met het instellen van een onderzoek naar de mogelijk heid van verplaatsing dier mestvaalt. Tot nu toe is er van de resultaten van dat onderzoek nog niets bekend geworden. Spr. vraagt, hoe het hiermede staat en dringt ten zeerste op spoed aan.' Den heer MEIJVIS lijkt de voorgestelde plaats zeer on gunstig gelegen, niet alleen ten opzichte van de mestvaalt, maar ook doordat zij zich vlak bij de ijzer- en metaalgieterij van de firma C o s ij n bevindt. Spr. vraagt, of men uit dit voorstel soms de conclusie mag trekken, dat de mestvaalt nu spoedig zal worden verplaatst. De heer VAN VEEN is van meening, dat het daar in de nabijheid van het terrein der Gemeente-Reiniging geen ge schikte plaats is voor een school, tenzij beslist ware, dat de Gemeente-Reiniging spoedig uit die omgeving gaat verdwij nen. Spr. wenscht de beslissing dienaangaande af te wachten alvorens een besluit in deze te nemen. De heer HAALMAN wil een ander punt aanroeren; hij zou gaarne inlichtingen hebben over de kosten van oprichting der school. De VOORZITTER zegt, dat de hier opgeworpen beden kingen natuurlijk ook door Burgemeester en Wethouder? onder de oogen zijn gezien. Het plan van den bouw dezer school, waartoe indertijd medewerking is verleend, heeft tot

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1930 | | pagina 601