29 OCTOBER 1930. 602 veel gedachtenwisseling aanleiding gegeven. Er was spoed bij de zaak de jongensschool is thans, voor wat betreft drie klassen, ondergebracht in lokalen van de openbare school aan de Middellaan, hetgeen een ongewenschte toestand voor het onderwijs is en men had een uiterst beperkte keuze op het gebied van terrein. Aanvankelijk was de school ge dacht tusschen de woning van den Directeur der Reiniging en de noodwoningen; men vond die plaats echter zeer on geschikt, want dan zou men vermoedelijk zeer veel last hebben van stank en vliegen. Burgemeester en Wethouders hebben de zaak besproken met den Rijks- en Gemeentelijken Inspecteur van het L. O. en met het Schoolbestuur; dezen hadden geen van allen bezwaar tegen de voorgestelde plaats, ook al zou de Gemeente-Reiniging daar gevestigd blijven. Burgemeester en Wethouders hebben toen tot het doen van dit voorstel besloten. Men moet wel bedenken, dat er tegen over de nadeelen aan deze plaats verbonden, ook voordeden staan; de ligging is in veel opzichten zeer gunstig voor de school en het stadsbeeld wordt op dit punt aanmerkelijk verfraaid. Wat nu de verplaatsing van de Gemeente-Reiniging betreft, deze kwestie is reeds geruimen tijd in onderzoek; de betrok ken commissie heeft rapport uitgebracht, maar de zaak is nog niet in een zoodanig stadium, dat zij aan den Raad kan wor den voorgelegd. Spr. kan er wel dit van zeggen, dat het be wuste rapport er niet ,to>e schijnt te leiden, dat de Reiniging in haar geheel verplaatst zal worden. De een of andere opinie daaraan vast te knoopen is evenwel niet mogelijk. De zaak is trouwens niet van zoodanig belang, dat men uit dien hoofde ten aanzien van de school niet een gunstig besluit zou kunnen nemen. Er is uit een oogpunt van gezondheid uit welk oogpunt ook de Rijksinspectie het voorstel heeft bezien niet veel op tegen. De Gezondheidscommissie is in dit ver band niet gehoord. Naar aanleiding van de desbetreffende opmerking van den heer Van der Ven, deelt Spr. mede, dat het bewuste

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1930 | | pagina 602