60 29 JANUARI 1930. Bij de behandeling van de Rijksbegrooting is in de Tweede Kamer gewezen op de hooge invoertarieven voor vleesch in verschillende gemeenten, hetgeen aanleiding heeft gegeven tot het instellen van een onderzoek. Het gaat in dit geval niet over het keuren art. 8 der Vleeschkeuringswet spreekt daar ook niet van doch slechts over het instellen van een onderzoek, of sedert de keuring in de gemeente van uitvoer veranderingen zijn opgetreden. In de Tweede Kamer was oorspronkelijk vastgesteld, dat daarvoor geen rechten zouden worden geheven. Later is bepaald, dat die rechten slechts mogen worden geheven tot zoodanige bedragen, dat het ingevoerde vleesch niet hooger worde belast dan vleesch van in dezelfde gemeente geslachte dieren. Spr. heeft persoonlijk dagelijks met deze aangelegenheid te maken. Hij heeft daarover vaak besprekingen gevoerd met de hoogste autoriteiten van den Veeartsen ij kundigen Dienst, de heeren dr. Berger en dr. O v e r b e e k. Laatst genoemde gaf hem toe, dat voor van de eene gemeente jn de andere ingevoerd vleesch eigenlijk geen keurloon moest worden geheven. Hieruit blijkt, dat een tarief van 2 ct. per K.ü., zooals hier tot dusver werd geheven, al hoog genoeg was. Dit nu heeft Spr. in zijn voorstel op den voorgrond gesteld. Verder zijn daarin vervat twee verschillende zaken in twee amendementen: le. het terugbrengen van het keur loon voor ingevoerd vleesch van 3 op 2 ct. per K-Q-, met een minimum van 20 ct., en 2e. voor het geval de Raad niet daartoe wenscht over te gaan, het tarief te stellen op 3 ct. per K.G., met een minimum van 30 ct. Wat is nu het verschil tusschen dit laatste amendement en de huidige verordening Nu moet men 30 ct. betalen per 10 K-G. of gedeelten van 10 K-G-; voor 12 K-G. betaalt men dus het bedrag, dat voor 20 K-G. verschuldigd is, d.i. 60 ct., terwijl men volgens Spr.'s amendement 12 x 3 ct. is 36 ct. zou moeten betalen. Het verschil is aanmerkelijk; het huidige tarief is dan ook onbillijk hoog. De Raad heeft dit reeds bij de verordening tot heffing van keurloonen door

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1930 | | pagina 60