29 OCTOBER 1930.
611
„Bij K- B. van 3 Juli 1930, no. 122, werd goedgekeurd het
„raadsbesluit van 29 Januari 1930, tot onteigening ingevolge
„artikel 77, 4e der Onteigeningswet, ten name dezer gemeente
„van de perceelen, gelegen in het Wilhelminapark, kadastraal
„bekend sectie B. nos. 6010, 6565, 6564 ei 6014 (gedeeltelijk),
„respectievelijk groot 23.10 Aren, 51.26 Aren, 12 centiaren
„en 1.44 Aren, alsmede van de erfdienstbaarheid, dat binnen
„den afstand van 20 Meter uit de Zuid- en Oostgrenzen van
„het perceel, kadastraal bekend sectie B. no. 6010, daarop
„geen andere gebouwen mogen worden geplaatst dan planten
kassen en andere houten .of ijzeren in een tuin passende
„getimmerten van niet meer dan 40 centiaren oppervlakte
„en niet hooger dan 3 Meter.
„De perceelen grond zijn in het raadsbesluit vermeld onder
„de letters at b en c. Als gevolg van dit goedgekeurd raads
besluit moet getracht worden de gronden bij minnelijke
„overeenkomst in ons bezit te krijgen. Die overeenstemming
„is, naar bekend, eerder bereikt.
„Voor een en ander stelden wij ons in verbinding met den
„heer Ontvanger der Registratie en Domeinen. Uit een onder
houd met dezen is gebleken, dat tot overdracht van het
„terrein, vermeld sub. c van het raadsbesluit, niet kan worden
„besloten, tenzij alsnog_ mede zou zijn onteigend een daarop
„rustende erfpacht. In het raadsbesluit van 29 Januari is
„deze erfpacht niet onteigend. Er bestaat intusschen noch
„bij de Registratie, noch bij den Minister van Arbeid, noch
„bij ons bezwaar het sub. c bedoelde kleine terrein ter
„grootte van 144 M2. buiten de overdracht te laten, waar-
hoor een nieuwe onteigeningsprocedure betreffende de erf
pacht wordt voorkomen, een procedure die veel tijd vergt,
.terwijl de gemeente de terreinen spoedig behoeft. Opgemerkt
„wordt, dat bedoeld kleine terrein niet tusschen doch aan het
„uiteinde ligt van de over te dragen gronden. Dit terrein
„blijft alzoo bestendigd als .Rijkseigendom.
„Bij aankoop van de hiervoor bedoelde terreinen moet de
„gemeente betalen;
