614
29 OCTOBER 1930.
welke ooenbaar aanbesteed zullen worden, voor te schrijven,
dat een aanzienlijk percentage Bredasche arbeiders in dienst
moet worden genomen.
De heer VAN VEEN vraagt, welke werken de Wethouder
op het oog heeft; bedoelt hij alleen de werken, die thans op
de agenda voorkomen of ook andere? Spr. meent Burgemees
ter en Wethouders te moeten wijzen op den bouw van een
nieuw goederenstation aan den Teteringschedijk, waarvan
de aanbesteding nog dit jaar in uitzicht is gesteld, een werk,
dat veel meer werkgelegenheid zal geven dan alle gemeente
lijke werken te zamen. Spr. geeft Burgemeester en Wethou
ders dan ook in overweging om er bij de Nederlandsche
Spoorwegen en den betrokken Minister op aan te dringen de
aanbesteding van dat werk te bespoedigen.
Wethouder VAN BUITENEN zegt, dat langs officieelen
weg geen stappen daartoe bij de Nederlandsche Spoorwegen
zijn gedaan. Spr. vraagt zich af, of het wel op den weg der
gemeente licht stappen in die richting te doen. Dat kan in-
tusschen worden bezien.
Wellicht zou men kunnen overwegen; of door middel van
de Commissie voor de werkloosheidsverzekering en arbeids
bemiddeling bij de Nederlandsche Spoorwegen ware aan te
dringen op bespoediging van de uit te voeren werken.
Van de werken, welke hij zooeven op het oog had, noemt
Spr. den bouw van het volksbadhuis en van de 157 woningen
aan het Westeinde, de rioleerings- en bestratingswerken aan
den Bredascheweg en in het Bloemenkwartier, de ophooging
van terrein bij het St. Ignatius-Ziekenhuis en in den Belcrum-
polder.
De VOORZI TTER deelt mede, in het voorjaar met iemand
van de Nederlandsche Spoorwegen over bespoediging van
den bouw van het goederenstation gesproken te hebben. Deze