29 OCTOBER 1930.
liet zich toen in dien zin uit, dat de werkzaamheden waar
schijnlijk in het najaar ,zouden kunnen aanvangen. Sindsdien
heeft Spr. echter niets meer van de zaak vernomen.
De heer SCHRAUWEN heeft vernomen, dat het bestek
voor den bouw van de 157 woningen aan het Westeinde niet
door den Minister zou zijn goedgekeurd, omdat daarin een
clausule omtrent het tewerkstellen van Bredasche arbeiders
opgenomen was. Spr. vraagt, of dit gerucht juist is.
Wethouder VAN BUITENEN antwoordt bevestigend. De
Minister heeft zijn goedkeuring 'daaraan onthouden, en alleen
willen goedkeuren een gunning op bestek, waarin de door den
heer Schrauwen bedoelde voorwaarde niet voorkomt,
omdat de uitvoering van het werk daardoor duurder werd,
maar dit wil nog niet zeggen, dat dit werk niet zal bijdragen
tot werkverruiming.
Zonder verdere opmerkingen wordt alsnu con
form het voorstel van Burgemeester en Wethou
ders besloten.
44. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot wij
ziging van de arbeidsregeling voor de arbeiders, werkzaam
bij de werkverschaffing op de Vrachelsche en Galdersche
Eleide.
Niemand der'leden hiertegen eenige bedenking
hebbende, wordt dienovereenkomstig besloten.
45. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot het
verleenen van een crediet, groot f 6500, -, voor uitbreiding
van de bestrating en rioleering van het plein, waarop uitko
men de Leurschestraat, de Leursche Baan en de Kolfbaanstraat.