620 29 OCTOBER 1930. dat er geen voldoende daarvoor in aanmerking komende werk- loozen meer zijn. Wat de bestrating van de Molengrachtschestraat met koper slakkeien betreft, merkt Spr. op, dat zulks f 7000,meer zal kosten. Dit beteekent op een zoo groot bedrag als hier in totaal gevraagd wordt wel niet zoo veel, maar Spr. vindt, dat men toch niet meer moet uitgeven dan strikt noodig is. Hij is het met den heer Ku ij la ars eens, dat de Molen grachtschestraat geen hoofdverkeersweg zal worden en kan zich dan ook niet met het denkbeeld van den heer Z ij 1 m a n s vereenigen. Spr. heeft uit de stukken vernomen, dat een aantal straten van een gesloten wegdek zal worden voorzien, hetgeen f 3000,meer zal kosten dan een klinkerbestrating. Naar aanleiding hiervan vraagt Spr., of aan een gesloten wegdek zooveel voordeden verbonden zijn en zoo ja, waarom dat dan niet voor alle straten is voorgesteld. Ten slotte vraagt Spr., naar aanleiding van een bericht in de plaatselijke pers, volgens hetwelk tusschen de Mimosastraat en de Zandberglaan een schutting is aangebracht, of tusschen die beide straten een verbinding tot stand zal komen of niet. De heer VAN VEEN zegt het volgende: Ik kan mij in 't algemeen zeer goed met dit plan vereenigen, maar wensch toch eenige technische opmerkingen te maken. In de eerste plaats ben ik het eens met den heer Z ij 1 m a n s, dat in de Molengrachtschestraat een rijwegverharding van vlakke keien, bijv. koperslakkeien, doelmatiger is dan een gesloten wegdek en wel met het oog op de mogelijkheid van herhaald breken in de verharding. Verder acht ik het met den heer Ku ij laars gewenscht om tegelijk met de verbetering der bestratingen ook het brugje over de Leij in de Korte Ploegstraat te verbreeden. Dit is een eenvoudig en weinig kostbaar werk, maar overleg met de gemeente Ginneken en geldelijke bijdrage van die zijde is natuurlijk noodig. Op den Ginnekenweg zullen alle boomen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1930 | | pagina 620