29 OCTOBER 1930. 626 geen enkele maal voldaan is aan de bewuste voorwaarde in de bestekken. Wethouder VAN MIERLO: Dan moet men zich met klach ten tot Burgemeester en Wethouders wenden. Nimmer hebben het College klachten te dien aanzien bereikt! De heer VAN HOUTEN zegt, dat die klachten toch niet aan den Raad worden overgelegd. Bij de behandeling der begrooting voor 1931 zal Spr. daarop nader terugkomen. Vervolgens zegt Spr., dat hij zooeven niet bedoeld heeft, dat uitvoering in eigen beheer altijd goedkooper is, maar dat zulks in dezen tijd van werkloosheid zeer gewenscht is; de gemeente heeft er zeker toch ook financieel belang bij, dat de werkloozen aan het werk worden gezet. Spr. wijst voorts op het feit, dat Wethouder Van M i e r 1 o bij de debatten van het vorig jaar met betrekking tot openbare aanbesteding de opmerking maakte, dat men daarmede voor zichtig moest zijn met het oog op de z.g. opzetjes. Nu is het een publiek geheim, zegt Spr., dat de aannemers bij de aan besteding van de rioleeringswerken in de Vijverstraat onder ling f 20.000 verdeeld hebben. Bij uitvoering in eigen beheer heeft men daartegenover de zekerheid, dat de gelden, welke voor het werk zijn gevoteerd, goed worden besteed. Verder beweert Spr., dat ook de middenstand belang heeft bij de uitvoering van dit werk in eigen beheer, aangezien het die categorie gemeentenaren niet onverschillig kan laten of een werkman f 13, per week aan werkloozensteun trekt dan wel een weekloon van f 26, in dienst der gemeente geniet. In de Commissie voor de Werkverschaffing was dan ook een werkgever van oordeel, dat dit werk in eigen beheer behoorde te worden uitgevoerd. Ten slotte ziet Spr. zich genoopt op te komen tegen de opmerking van den heer Van Mierlo, dat men vrij moet zijn zekere elementen te weren. De werken aan de Dijklaan, Leurschestraat en Koninginnestraat kunnen den toets der

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1930 | | pagina 626