29 OCTOBER 1930. 635 Overigens wordt zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel van Burgemeester en Wet houders besloten. De heer VAN VEEN stelt, in verband met deze uitspraak van den Raad, voor, een verzekering tegen wettelijke aanspra kelijkheid te sluiter voor de gevallen, waarin de gemeente werken in eigen beheer uitvoert. De VOORZITTER geeft den heer Van Veen in over weging, zijn voorstel te beperken tot het onderhavige geval. De heef VAN VEEN zegt, dat de premie dan te hoog zou worden, daar men dan den indruk zou wekken, dat aan dit werk zooveeel risico verbonden is. De VOORZITTER zegt, dat liet voorstel van den heer Van Veen dan niet rijp voor behandeling is; men kan niet zoo op staanden voet een algemeene gedragslijn vast stellen. Spr. geeft den heer Van V ee n in overweging, zijn voorstel schriftelijk in te dienen; Burgemeester en Wethouders kunnen het dan onderzoeken en den Raad daaromtrent van advies dienen. In afwachting van 's Raads beslissing in deze zal dan nog niet tot uitvoering van het werk worden overgegaan. De heer VAN VEEN zegt toe, zijn zienswijze nader schrif telijk aan Burgemeester en Wethouders kenbaar te zullen maken. 48. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot ver koop van het pand Eindstraat no. 23 met daarachter gelegen open ruimte, ter grootte van ^j- 45 M2., aan J. C. Pennock voor de som van f 32,500,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1930 | | pagina 635