636
29 OCTOBER 1930.
De VOORZITTER deelt nog mede aangezien zulks in
de verkoopvoorwaarden niet tot uiting komt dat het in
de bedoeling ligt, dat de heer Pennock het pand vrij op
naam krijgt.
De heer VAN VEEN zegt, dat hij de schatting der deskun
digen ad f 32.300,juist acht en het bod van de firma
Pennock adf 32.500,- dus wel overeenkomstig de waarde
vindt. Toch kan hij zich met dezen verkoop niet vereenigen,,
omdat de gemeente in het centrum der stad over zeer weinig
eigendommen beschikt. Het schoolgebouw aan de Eindstraat
vormt met dat aan de Houtmarkt, eenige woningen aldaar
en de woning aan de Halstraat een vrij belangrijk complex
voor de gemeente. Spr. .zou dan ook weieens willen weten,
waarom den Raad eenigen tijd geleden werd voorgesteld om
uit vooruitziendheid een paar woningen aan de Houtmarkt
aan te koopen en nu zonder bepaald argument het gebouw
aan de Eindstraat prijs te geven.
Zoolang niet is beslist over de verplaatsing of vergrooting
van het Politie-bureau en de verplaatsing van het Stedelijk
Museum moet Spr. zich tegen den voorgestelden verkoop
verzetten.
De heer HAALMAN is uit principe tegen den verkoop van
eigendommen door de gemeente. Spr. is dan ook van mee
ning, dat men dit pand beter behouden kan met het oog op
eventueele uitbreiding van gemeentelijke diensten en het mid
delerwijl verhuren.
De heer CERUTTI heeft indertijd voorgesteld dit pand
tót museum in te richten. Er is toen gezegd, dat zulks wel te
duur zou zijn. Spr. wil echter thans nog eens op dat voorstel
terugkomen.
Wethouder VAN MIERLO antwoordt den heer Haal-
m a n, die zich als een principieel tegenstander van verkoop