29 OCTOBER 1930. 657 gezegd, dat een voorstel in zake de winstbestemming haar tijdig zou bereiken. De VOORZITTER is zich van zoodanige toezegging niet bewust, doch heeft er geen bezwaar tegen de vaststelling dier rekeningen tot een volgende vergadering aan te houden, zoodat van de voorgelezen verslagen te voren nader kennis kan worden genomen. Daartoe wordt besloten. 52. Rapporten van de Commissie tot onderzoek van de rekeningen van den Vleeschkeuringsdienst, het Openbaar Slachthuis, het Veemarktbedrijf en den Warenkeuringsdienst, alle over het dienstjaar 1929. Door den heer HAALMAN wordt, namens bovengenoemde Commissie, voorlezing gedaan van het volgende rapport: „Uwe Commissie belast met het onderzoek van de rekening „over 1929 van den Vleeschkeuringsdienst heeft de eer Uwen „Raad hierbij mede te deelen. dat zij deze rekening met de „daarbij overgelegde bescheiden heeft onderzocht. Een en „ander geeft Uwe Commissie aanleiding tot het maken der „navolgende aanmerkingen „Onder de uitgaven bevindt zich ten eerste een post van „f 10,voor een bloemstuk aan den heer Kuij laars. „Vervolgens komen diverse uitgaven tot een bedrag van „f 22,50 voor sigaren voor. „Uwe Commissie is van meening, dat deze bedragen niet „voor rekening van den dienst mogen worden gebracht. „De diverse posten voor gemaakte reizen geven Uwe Com missie aanleiding de wenschelijkheid te opperen van een „vaste regeling voor eventueele dienstreizen voor heeren „directeuren en andere in dienst der gemeente zijnde personen,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1930 | | pagina 657