696 10 DECEMBER 1930. „Wij zijn dan ook van meening dat het op den weg der „gemeente als belangrijke garnizoensplaats ligt het werk dier „vereeniging te steunen door toekenning eener jaarlijksche „subsidie. Een bedrag van f 100,- lijkt ons voldoende. „Aangezien het vorenstaande in gelijke mate geldt voor de „andere hier ter stede gevestigde gelijksoortige vereeniging „„Het Tehuis voor Militairen", Keizerstraat 3a, meenen wij dat „deze eveneens voor een subsidie van f 100, in aanmerking „kan komen. „Resumeerende hebben wij de eer U voor te stellen aan „ieder der voornoemde vereenigingen, te beginnen met 1931 „en tot wederopzeggens toe te kennen een jaarlijksche sub sidie van f 100,onder voorwaarde dat ieder jaar aan ons „College wordt ingezonden vóór 1 Juli een jaarverslag err „een rekening over het afgeloopen jaar." De heer GRU1JS verklaart, dat Spr. en zijn fractiegenooten tegen de voorgestelde subsidie-verleening zullen stemmen, omdat zij van meening zijn, dat het op den weg van het Rijk ligt en niet op dien van de Gemeente om het werk dier ver eenigingen te steunen; immers, het Rijk heeft de militaire instellingen in het leven geroepen. De heer VAN DE VEN is het niet met den heer Gruijs eens, dat het alleen op den weg van het Rijk ligt om het werk der Militairen-Vereenigingen te steunen; zulks geschiedt ook door de Provincie. Spr. heeft evenwel een ander bezwaaii tegen het prae-advies van Burgemeester en Wethouders. Er wordt namelijk daarin voorgesteld om ook een subsidie te verleenen aan de Vereeniging „Het Tehuis voor Militairen", terwijl die Vereeniging geen verzoek daartoe heeft gedaan. Nu heeft men zich altijd op het standpunt gesteld, dat on gevraagd geen subsidiën worden gegeven. Hij heeft er daarom bezwaar tegen deze subsidie te verstrekken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1930 | | pagina 696