704 10 DECEMBER 1930. en bemesten van den grond, terwijl nu wordt voorgesteld hem een schadevergoeding toe te kennen van f 50,- plus teruggaaf van de door hem verwerkte materialen voor af sluiting. Deze schadeberekening is Spr. veel te laag gebleken, al wil hij daarmede niet zeggen, dat het bedrag van f 140, juist is. KI e mans heeft het terrein afgerasterd - waartoe hem de verplichting was opgelegd en bemest, waarmede volgens Spr.'s berekening met de transportkosten een bedrag van f 100,-- gemoeid is geweest. Het komt Spr. derhalve alleszins gerechtvaardigd voor, Klem an s een schadever goeding van f 100,- toe te kennen. De man heeft geen an dere perceelen bouwland in huur, zoodat hij aan teruggaaf van de materialen niets heeft. Spr. verzoekt Burgemeester en Wethouders dan ook, deze aangelegenheid nog eens onder de oogen te zien. Wethouder VAN MIERLO zegt, naar aanleiding van een desbetreffende opmerking van den heer Van Houten, dat hem van een aanvraag van eer instelling om den grond op den hoek van de Minister Nelissenstraat en de Zonnebloem straat te mogen koopen, niets bekend is. Een van de redenen, waarom Burgemeester en Wethouders dien grond destijds niet zouden hebben willen verkoopen, kan gelegen zijn ge weest in het feit, dat zij toen nog niet wisten, wat zij ingevolge de grensuitbreidingswet voor den grond aan Teteringen moes ten betalen. Wat de opmerking van den heer Van Veen betreft, is Spr. van meening, dat het z.i. niet noodig is borden met de woorden „Te Koop" te plaatsen. Ieder belanghebbende weet, dat een en ander op het uitbreidingsplan te zien is. Dat dit inderdaad zoo is, bewijst wel het feit, dat er zich nog andere gegadigden voor den grond hebben aangemeld. De heer Ku ij laars vindt een schadevergoeding van f 50,voor K 1 e m a n s te weinig. Men moet evenwel niet uit het oog verliezen, dat Klemans eigenlijk geen recht heeft op eenige schadevergoeding. Zijn pacht ging met 11

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1930 | | pagina 704