706 10 DECEMBER 1930. De heer VAN VEEN blijft van meening, dat aanduiding op de gebruikelijke manier, namelijk door middel van borden met de inlichting: „Te bevragen bij Openbare Werken", be- hoolrt te geschieden; het publiek weet niet altijd precies welke perceeltjes grond van de gemeente zijn. Wethouder VAN MIERLO herinnert zich niet een aanvraag van de Loge, om den grond op den hoek van.de Minister Nelissenstraat te mogen koopen, gezien te hebben. In ieder geval zal het genoemde argument - al is het niet uitgespro ken' een reden geweest zijn om den grond toen niet te verkoopen. Den heer Van Veen kan Spr. mededeelen, dat, waar het niet zoo bekend kan worden geacht, dat perceelen grond door de gemeente te koop worden aangeboden, zulks ook met borden wordt aangeduid. In antwoord op hetgeen de heer Ru ij laars heeft gezegd, geeft Spr. Klemans den raad niet het onderste uit dc kan te willen hebben. Een schadevergoeding van f 50, is voldoende; als het er op aan komt, heeft de man geen recbï op eenige schadevergoeding. De heer CERUTTI zou gaarne antwoord hebben op zijn zooeven gestelde vraag. De VOORZITTER zegt, dat daarop niet onmiddellijk ant woord kan worden gegeven; de zaak moet eerst worden na gegaan. De heer KUIJEAARS zegt zooeven aangetoond te hebben, dat Klemans een grootere schadevergoeding toekomt dan Burgemeester en Wethouders voorstellen; hij doet mitsdien het voorstel Burgemeester en Wethouders uit te noodigen, de kwestie van het bedrag dier schadevergoeding opnieuw te onderzoeken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1930 | | pagina 706