716 10 DECEMBER 1930. Ik zou dan ook alleen met dit voorstel kunnen meegaan, indien vast stond, dat de Gemeente-Reiniging daar ter plaatse zeer spoedig zou verdwijnen. Den heer CERUTTI heeft het ook verwonderd, dat Burge meester en Wethouders in dit geval tegenover het advies der Gezondheidscommissie een andere houdijig aannemen dan bij kwesties over het al of niet verleenen van ontheffing van art. 15 der Bouwverordening. Spr. baseert zijn meening op het advies der Gezondheidscommissie en acht daarom het oprichten van een school in de nabijheid van gierputten en een terrein, waarin cadavers begraven worden, ongewenscht. Alleen indien Burgemeester en Wethouders uitdrukkelijk ver klaren, dat er in die omgeving geen ander terrein beschikbaar is, zal Spr. zich bij het voorstel neerleggen. D»e heer HAALMANEr is toch wel een geschikt terrein te vinden aan den Slingerweg! De VOORZITTER verklaart, dat geen enkel lid van den Raad de adviezen van de Gezondheidscommissie meer zal apprecieeren dan het College van Burgemeester en Wethou ders. Er is dan ook geen reden voor de opmerking van den' heer C e r u 11 i, dat Burgemeester en Wethouders in dit ge val ten opzichte van het advies der Gezondheidscommissie een andere houding aannemen dan gewoonlijk. Men zal moe ten toegeven, dat aan dat advies de noodige aandacht is be steed, getuige de zeer uitvoerige beantwoording ervan door de beide Directeuren. Het rapport der Directies wint het in nauwkeurigheid van het advies der Gezondheidscommissie; waar overdrijving in het spel was, zooals bij het bezwaar be treffende het woonwagenkamp, dat nota bene 175 M. verder ligt, was dit trouw'ens niet moeilijk te weerleggen. Spr. vraagt zich af, waarom de leden van den Raad in dit geval

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1930 | | pagina 716