730
10 DECEMBER 1930.
breiding der gemeente voor afzienbaren, ja, onafzienbaren
tijd voldoende zou zijn.
Wat de calorische waarde van het gas betreft, zegt Spr.,
dat de Wethouder de zaak niet begrijpt. Deze komt nu met
cijfers om aan te toonen, dat Spr. zoowel vroeger als nu on
juistheden heeft verteld. De cijfers van den Wethouder zijn
evenwel overdreven; hij neemt de calorische bovenwaarde,
terwijl het gebruikelijk is de benedenwaarde te nemen. Men
komt dan tot andere resultaten; in 1913 was dan het aantal
calorieën 4911 en in 1929 3740. Het staat dus als een paal
boven water, dat de caloriscne waarde van het gas hier sinds
1913 met ruim 20% is teruggeloopen.
1 Ook heeft Spr. hier vroeger niets onjuists gezegd, toen hij
beweerde, dat er uit 100 K.G, gaskolen bij droge distillatie
niet meer geproduceerd kan worden dan een beperkte hoe
veelheid van 30 M3. zuiver steenkoolgas. Men kan het
rendement wel verder opvoeren door bijmenging van
watergas tot 60 en 70, maar slechts ten koste van de kwa
liteit. Vandaar dat het tegenwoordig langer duurt eer een
keteltje water kookt dan vroeger.
De aanval van den Wethouder op zijn cijfers is dan ook
volgens Spr. absoluut ongemotiveerd. In het buitenland ver
koopt men het gas naar het aantal-calorieën; men is daar meer
technisch dan hier.
Spr. besluit met te zeggen, dat hij de positie van het Gas
bedrijf niet van dien aard vindt om er meer geld in te stoppen.
Wethouder ESBACH zegt, dat de bewering van den heer
Van Veen, dat het gebruikelijk is de calorische beneden
waarde te nemen, onjuist is. Wanneer de beneden- en boven
waarde niet beide worden vermeld, wordt steeds de boven
waarde genoemd. Spr. heeft een officieele statistiek bij zich,
waarin overal sprake is van de calorische bovenwaarde. Gaat