10 DECEMBER 1930. 733 „„laag tarief" verbruikers afzonderlijk te behandelen maar „zelfs voor de vastrecht-verbruikers afzonderlijke kwitanties „te maken, daar de machine niet uitgebreid genoeg was. „Door het aanschaffen van nieuw model machines, wordt „dit bezwaar niet alleen geheel opgeheven, maar wordt het „mogelijk door de verkregen tijdsbesparing een meer gere gelde controle op de berekening te maken. Met de moderne „machines worden n.l. tegelijk met de z.g. registerstaten ,en „de looperslijsten ook de kwitanties gemaakt, hetgeen tot nu „toe afzonderlijk moet geschieden. Behalve hierdoor zal door „de grootere snelheid van de machine meer werk kunnen wor- „den gedaan, zoodat het werk, dat thans door 3 machines „geschiedt door 2 moderne machines zou kunnen worden „gedaan, ook al zou in de eerstvolgende jaren het aantal „kwitanties even sterk als in de laatstverloopen jaren toe nemen. „Daar bij het aanschaffen van een nieuwe machine het „model van de kwitantie eenigszins gewijzigd moet worden, „en het gebruiken van 2 soorten kwitanties vertragend werkt, „zal een tweede machine noodig zijn, om ten volle van de „tijds- en werkbesparing te kunnen profiteeren. Deze tweede „machine kan worden aangeschaft ten laste van het dienstjaar „1931. Van de drie oude machines kunnen daarna twee van „de hand worden gedaan terwijl de derde als reserve behou den blijft. „Bij vergelijking van enkele merken is gebleken, dat de „Burroughs voor het van deze machine geëischte werk „het meest voldoet. „De prijs van deze machine bedraagt f 8200,terwijl de „leverancier voor een oude machine, welke geheel afge schreven is, een vergoeding van f 500,zou willen geven. „Aangezien het echter wenschelijk is, voorloopig de drie „oude machines te houden, zou bij de aanschaffing der

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1930 | | pagina 733