10 DECEMBER 1930. 735 indruk, welken de machines gemaakt hebben, werd besloten tot aanschaffing te adviseeren. De heer CERUTTI merkt op, dat door aanschaffing van deze machines wellicht een werkkracht wordt uitgespaard. Spr. acht dit een niet gering voordeel. De heer VAN VEEN: Dat kan ook een nadeel ervan zijn. Zonder verdere bedenkingen wordt daarop con form het voorscel van Burgemeester en Wethou ders besloten. De heer VAN VEEN wenscht aanteekening in de notulen, dat hij tegen dit voorstel is, omdat er geen voldoende toe lichting bijgevoegd is. 38. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot het verleenen van een crediet van f 19.000, - voor hét inrichten van de bovenverdieping van de Boterbal tot museum, luidende als volgt: „Zooals wij U reeds in ons voorstel van 9 Januari 1928 „(zie gedrukte notulen van 1928 bldz. 73 e.v.) mededeelden, „is het wenschelijk, dat voo: de uitbreiding van het politie bureau de beschikking wordt verkregen over de localiteiten „thans in gebruik bij de Vereeniging „het Stedelijk Museum'' „voor geschiedenis en oudheidkunde". „Ten einde hiertoe te geraken ga^en wij in overweging, „dit museum te verplaatsen naar de bovenverdieping boven „de Boterbal. „Hoewel dit voorstel in 't bijzonder waar het hier gold „een meer waardige huisvesting voor het museum - veier „sympathie had, kon het geen meerderheid verwerven en

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1930 | | pagina 735