1 i.inu
746
10 DECEMBER 1930.
juist, want een dergelijken post onder die benaming kan zij
in de boeken niet gevonden hebben, wèl een post „bloemstuk
f 10,— N. C, B.". De toelichting op'dien post hebben de
heeren gekregen van den Directeur en den Boekhouder van
het bedrijf. Het bewuste bloemstuk is namelijk gegeven ter
gelegenheid van het zilveren jubilé van den N. C. B., omdat
Vleeschkeuringsdienst en N. C. B. elkaar vaak hebben ge
steund om de wet zoo- goed en zoo voordeelig mogelijk uit
te voeren. Daar nu Ku ij laars toevallig voorzitter is van
den N;. C. B.. hebben de heeren zeker gemeend, dat het.wei
eens aardig was om dit zoo voor te stellen, maar het pleit niet
voor het juiste inzicht van de heeren, dat zij geen personen
van zaken weten te onderscheiden.
Ik meen deze mededeeling in aansluiting van de toelichting
van Burgemeester en Wethouders over dit punt nog te moe
ten doen.
De heer HAALMAN verklaart, dat bij de Commissie van
onderzoek geenszins de bedoeling heeft voorgezeten om den
heer Ku ij laars onaangenaam te zijn. De Commissie heeft
den post met de in haar rapport vermelde omschrijving in de
aan haar overgelegde bescheiden aangetroffen. Spr. heeft
thuis nog een stuk papier met aanteekeningen, waarop o.a,
staat vermeld „bloemstuk-K u ij 1 a a r s"hij heeft dit woor
delijk uit de officieele bescheiden overgenomen. De onjuiste
omschrijving van den post is dus niet aan de Commissie, maar
aan den Administrateur van het bedrijf te wijten. Spr. heeft
er na de toelichting van Burgemeester en Wethouders geen
bezwaar tegen om de rekening goed te keuren, maar hij vindt
het toch niet juist, dat dergelijke uitgaven ineens door het
bedrijf worden gedaan; zij behooren z.i. via Burgemeester! en
Wethouders te geschieden.
De VOORZITTER zegt, dat het wenschelijk kan zijn, dat