750
10 DECEMBER 1930.
ter vaststelling aanbiedende drie voljaarskohieren voor het
gebruik van openbaren gemeentegrond, dienst 1930.
Zonder eenige bedenking worden deze kohieren
vastgesteld op de bedragen, zooals die door Bur
gemeester en Wethouders zijn opgemaakt.
51. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders, op het
adres van het bestuur der Afd, Breda e.o. van de Vereeniging
„Volksonderwijs", daarbij verzoekende om ten aanzien van
alhier schoolgaande kinderen, wier ouders of verzorgers in
Nederlandsch-Indië woonachtig zijn, een reductie op het ver
schuldigde schoolgeld toe te staan, luidende als volgt:
„Blijkens het hierbijgevoegd adres van het Bestuur der
„afdeeling Breda e.o. van „Volksonderwijs", wordt verzocht
•„ten aanzien van alhier schoolgaande kinderen, wier ouders
„of verzorgers in Nederlandsch-Indië woonachtig zijn, een
„reductie op het voor die kinderen verschuldigde schoolgeld
„toe te kennen.
„Ingevolge art. 62 sub 2 der L. O. Wet 1920 wordt dfe»
„heffing van het schoolgeld geregeld naar evenredigheid van
„het belastbaar inkomen, bedoeld in art. 37 der Wet op des
„Inkomstenbelasting 1914, der ouders of, bij hun ontsten
tenis, van dat inkomen der leerlingen. Op eerstgenoemd
„wetsartikel is de verordening op de heffing van schoolgeld
„voor het Lager Onderwijs alhier, gebaseerd. (Gemeenteblad
no. 385). De bepalingen dezer verordening laten een reductie,
„als door bovengenoemd Bestuur verzocht, niet toe. De door
„het Bestuur aangevoerde- motieven komen ons niet van ge
noegzaam belang voor om U wijziging der verordening voor
„te stellen. Waar het bovendien aan twijfel onderhevig is of,
„door een bepaling in de schoolgeldverordening op te nemen
„overeenkomstig het in het adres vervat verzoek, niet in strijd