82 5 FEBRUARI 1930. vangen en verklaart zich met de ontwerp-verordening uit stekend te kunnen vereenigen., Spr. wil een enkele opmer king maken naar aanleiding van het betoog van den heer Zijlm;ans. Hij is het eens met den heer Zijl mans voor wat betreft het instellen van een commissie van bijstand, maar niet met diens denkbeeld om deze commissie te belasten met de schattingen, bedoeld in art. 18. Spr. is zelfs van meening, dat men dit in de allerlaatste plaats aan die commissie be hoort op te dragen. Spr. heeft tot zijn genoegen gezien, dat in de ontwerp verordening de uitgifte van grond in erfpacht in uitzicht wordt gesteld iets waarop hij al j iren geleden heeft aan gedrongen en spreekt de hoop uit, dat een regeling daaromtrent spoedig tot stand moge komen. De heer VAN VEEN sluit zich aan bij het betoog van den heer Zijlmans. Diens opmerkingen kan hij geheel on derschrijven. Over het geheim accountantsrapport zal hij hier niet spreken,, al begrijpt hij niet, dat ten opzichte van een zoo eenvoudige materie, die geheel is opgebouwd uit openbaar gemaakte gegevens, door Burgemeester en Wet houders geheimhouding wordt opgelegd. Spr. zal evenwel het eerstvolgende officieele rapport omtrent de exploitatie van den Belcrumpolder afwachten. Alleen wil hij opkomen tegen de onjuiste conclusie van den heer R i p p e n, dat de financieele resultaten van den Belcrumpolder zoo schitterend zijn. Deze vergelijkt den verkoopsprijs met de boekwaarde van den grond en blijkt de strekking van het accountants rapport niet begrepen te hebben. Immers, de boekwaarde stijgt elk jaar, zoodat men op het laatst wel met een verlies kan uitkomen; de uitkomsten zullen dan ook eerst veel later blijken. Het verheugt Spr., dat men door deze ontwerp-verordening vast te stellen voortaan van jaar tot jaar het verloop van de exploitatie zal kunnen volgen. De voorschriften zijn echter zuiver administratief; een slecht beleid blijft daardoor nog mogelijk.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1930 | | pagina 82