88 5 FEBRUARI 1930.
maken van voordrjachten voor benoemingen, het aanbe
steden van belangrijke werken e.d. En zouden zij dan niet
durven en mogen adviseeren over den verkoop van grond
Wat nu het bezwaar van practischen aard betreft, namelijk
dat zij de schattingen niet zouden kunnen verrichten, zegt
Spr., dat de heer Haaiman, die dit bezwaar heeft op
geworpen, daarmede bewijst buiten de practijk te staan;
deze zal met Burgemeester en Wethouders wel spoedig er
varen, hoe hoogst moeilijk het is personen te vinden, die
in staat zijn om bouwterrein in deze omgeving op een aan
nemelijke waarde te schatten, om de eenvoudige reden, dat
er in tegenstelling met andere gemeenten hier geen
vergelijkingspunten zijn; er is niet wat men noemt een markt
voor grond. Dit laatste is dan ook de Oorzaak, dat Spr.
bekwame en betrouwbare deskundigen terreinen heeft zien
schatten: de een tegen nagenoeg de dubbele waarde van
den ander. Daarom is een commissie van bijstand, die zich
eenmaal in het grondbedrijf heeft ingewerkt en die bekend
mag zijn met de bedoelingen der gemeente, het eenige aan
gewezen lichaam om den Raad over de waarde der gronden
te adviseeren. Spr. zal zich echter niet tegen het opdragen
der schattingen aan een commissie van deskundigen ver
zetten, als men per sé de wrange vruchten daarvan wij
plukken.
Vervolgens wenscht Spr. aan te toonen, waarom een com
missie van bijstand in optima forma in deze wèl noodig is,
evengoed als een dergelijke commissie voor Openbare Werken
en andere diensten en bedrijven.
De heer Van Buitenen heeft verklaard, de nood
zakelijkheid daarvan niet in te zien, aangezien men hier niet
met een technisch bedrijf te doen heeft. Een goed beheerd
grondbedrijf brengt, volgens Spr., evenwel heel wat meer
mee dan het onderhandelen met gegadigden, het boeken
van ontvangsten en uitgaven. Er dient namelijk te worden
gewikt en gewogen, of de grondverkoopen in het goede
tempo gaan en of in verband hiermede de grondprijzen