5 FEBRUARI 1930. 95 „openbaren weg op Zondag wordt geregeld, is, gezien art. „151 der Gemeentewet, de verordening betreffende het be- „zorgen en venten van melk op Zondag, vastgesteld in de „vergadering van Uwen Raad van 8 October 1925 en op- ogenomen in Gemeenteblad no. 411, vervallen. „Wij stellen U voor, in het belang der openbare orde tot „vaststelling eener verordening, gelijkluidend aan de voor been geldende, over te gaan." De heer VAN VEEN zegt, dat de strekking dezer veror dening destijds in de vergadering van 8 October 1925 door den heer Cerutti krachtig en op juiste wijze is bestreden. De Gezondheidscommissie verklaarde er zich met het oog op de voeding van zuigelingen en herstellenden sterk tegen. Haar bezwaar gold vooral voor die gezinnen, die door enge en ondoelmatige huisvesting over geen geschikte en frissche bergruimte gedurende de warme maanden beschikken. Een deel van het College van Burgemeester en Wethouders wilde blijkens hun prae-advies de Rijksregeling afwachten. Nu is die Rijksregeling er en het desbetreffende Koninklijk be sluit van 6 Juni 1929, Stbl. no. 306, zegt: „Een man of een vrouw mag op den openbaren weg op Zon- „dag geen arbeid verrichten, bestaande in het vervoer van „goederen te land, daaronder begrepen het laden, het lossen „en het besturen van wagens voor goederenvervoer, behalve „voor zoover betreft het vervoer van: „a. dagbladen; bgist; nc, melkenz. Het verbod van de Rijksregeling is een vrijwel algemeen verbod, maar het laat om begrijpelijke redenen enkele uit zonderingen toe, o.a. voor melk. Het lijkt Spr. geen goede politiek van gemeentelijke (wet geving om, waar de Rijksregeling het bezorgen van melk op Zondag toestaat, zulks bij gemeentelijke verordening te verbieden, tenzij men zou kunnen aantoonen, dat nu juist

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1930 | | pagina 95