1004 16 DECEMBER 1931 dat hetgeen door mij werd gezegd niet „au serieux" behoeft te worden genomen. Den financieelen opzet der begrooting besprekend, zal ik maar direct beginnen met de niet-onvermakelijke sluitpost kwestie. De Bredasche Courant schreef eenige dagen geleden: „Nu dat moet toch wel een sufferd van een raadslid zijn, die „niet eens zijn begrooting en de toelichting daarop nagekeken „heeft, anders zou hij zoo n vraag niet stellen." Nu, de Bre dasche Courant heeft niet ver misgetast, want die sufferd 'ben ik, al moet ik dan ook ten stelligste ontkennen, de be grooting niet goed te hebben bekeken. Dat de vraag echter niet zoo stom is als de Bredasche Courant meende, blijkt uit het antwoord van Burgemeester en Wethouders. Dit ant woord dat er geen sluitpost is verwachtte ik juist. De Bredasche begrooting wordt hierdoor gestempeld tot een unicum in den lande. Een begrooting zonder sluitpost. Van Gend zonder Loos, Peek zonder Cloppenburg! Nu is mijn vraag gegrond op de mededeeling, in de financieele nota gedaan, wan: de Bredasche Courant weet blijkbaar niet, dat hetgeen in de memorie van toelichting staat, daar gezet is volgens een vast model en feitelijk had net ook zoo moeten zijn. Maar het is zoo niet, want in die financieele nota lezen wij: „Ten einde in dit belastingjaar te komen tot handhaving „der opcenten op de gemeentefondsbelasting op 47" enz. Het aantal opcenten wordt dus gefixeerd, dit in afwijking van den normalen gang van zaken, waarbij eerst wordt nage gaan, waarop de uitgaven moeten worden geraamd en de inkomsten kunnen worden geraamd; het dan nog ontbrekend bedrag is de sluitpost en er wordt dan een berekening ge maakt hoeveel opcenten op de gemeentefondsbelasting noodig zijn om dit bedrag te verkrijgen. Maar nu zeggen Burge meester en Wethouders: „Er is geen sluitpost, de cijfers zijn in onderlinge verhouding geraamd.' Maar een begrooting zonder sluitpost is nu eenmaal iets, dat naar mijn meening niet kan bestaan. Er is dan ook bij deze begrooting wèl een sluitpost en wel de post „Onvoorziene uitgaven". Ik zou geen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 1004