1006 16 DECEMBER 1931 kan staan dan een verhooging van het bedrag Opcenten Gemeentefondsbelasting". Geheel dus overeenkomstig het geen door mij werd betoogd. Het zal dus niet mogelijk zijn nu reeds het getal opcenten op de gemeentefondsbelasting te fixeeren. Wèl kan ik mij aansluiten bij het denkbeeld van het College- en ik betoogde dat reeds bij de behandeling der laatste begrooting om een deel van het batig slot der laatst vast gestelde rekening voor een deel te reserveeren, doch alleen wanneer deze reserves inderdaad worden aangewend voor het doel, door het College in de nota aangegeven. Bezien wij de wijze, waarop deze begrooting sluitend is gemaakt, dan lezen wij, dat dit zijn oorzaak vindt voornamelijk in den meevaller .opbrengst gemeentebelasting 1929/1930", maar bedenkelijker is de andere reden: het behalen van meer winst door de bedrij ven dan voor 1930 was geraamd. Ik zal niet meer met cijfers de telkenjare terugkeerende belangrijke overschrijdingen der geraamde winsten aantoonen, maar meer en meer wordt het de richting uitgedreven de bedrijfswinsten te maken tot de kurk, waarop de gemeente-financiën drijven, een financieele poli tiek, die onze instemming niet kan hebben. Mijnheer de Voorzitter. Bij de behandeling der bijbegrootin- gen en bij de behandeling der hoofdstukken van de algemeene begrooting, zal nog voldoende gelegenheid zijn andere vraag stukken te bespreken, het beleid van het College nader critisch te bekijken. Ik zou daarom mijn algemeene beschou wingen kunnen beëindigen, dcch niet nadat nogmaals door mij wordt gezegd, dat het vertrouwen, dat ruim een vierde deel van het Bredasche kiezerscorps in ons stelt, ons toch ook een verantwoordelijke taak op de schouders heeft gelegd, waarvan wij ons alleszins bewust zijn. Het moge dan zijn, dat men aan de overzijde beweert, dat wij feitelijk doelloos in dezen Raad gezeten zijn, het zal ons geenszins beletten datgene na te streven, die voorstellen te doen, die wij meenen, dat in het waarachtig belang der gemeente Breda en haar ingezetenen zijn. Wederom kunt gij gebruik maken van uw

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 1006