16 DECEMBER 1931
1007
meerderheid, Heeren der R.K. raadsfractie, en ook deze
4 jaren alles afstemmen, wat dezerzijds ter tafel zal worden
gebracht, om veel waartoe door ons het initiatief werd ge
nomen later als eigen initiatief, als werk van eigen makelij,
den volke te vertoonen. Het zal ons niet weerhouden telkens
en telkens weer opnieuw pogingen te doen, het beleid in deze
gemeente te doen voeren op een wijze, die naar ons inzicht
de meest heilzame is.
Wij zullen ons niet verschuilen achter ministerieele circu
laires om op deze wijze ons af te maken van de taak des
Raads om vooral in deze benarde tijden voor al onze inge
zetenen te doen wat mogelijk is, opdat niet alleen de ge
meente, maar ook haar inwoners onverlet te voorschijn zullen
treden uit dit ongetwijfeld moeilijke tijdperk. In het volle besef
onzer groote verantwoordelijkheid jegens hen, die ons hier
deden plaats nemen, aanvaarden wij de taak, ons opgelegd,
met blijmoedigheid, met een rotsvast vertrouwen in onze be
ginselen, waarbij wij geenszins den strijd zullen duchten of
ontwijken, maar onversaagd den handschoen zullen oprapen,
wanneer deze ons wordt toegeworpen. Als „chevaliers sans
peur et sans reproche" zullen wij naar eer en geweten onze
plicht doen, zooals wij die zien in het belang onzer goede stad
Breda en haar bevolking.
Mijnheer de Voorzitter, ik heb gezegd.
De heer VAN DE VEN zegt het volgende:
Mijnheer de Voorzitter.
Om de verhoudingen in den Raad goed te begrijpen, is het
nuttig iets over den uitslag der verkiezingen te zeggen. Ik wil
daarom wel ingaan op hetgeen de heer Haaiman daarover
gezegd heeft.
Van de 18.642 uitgebrachte stemmen behaalde:
de R.K.S.P. 11401 of 61,1
de S.D.A.P. 4664 of 25