101 23 FEBRUARI 1931. stelt hij voor om dit adres te behandelen bij de begrooting voor 1931, hetgeen slechts een paar dagen uitstel beteekent. De VOORZITTER gelooft, dat de heer Zijl mans zich vergist. Het gaat niet over het al of niet urgent-zijn van de werken op het Stationsplein, doch het betreft hier een incidenteel verzoek van iemand, die een paadje door het plantsoen wenscht te hebben recht tegenover zijn inrichting. Burgemeester en Wethouders zijn van oordeel, dat men dit verzoek beter bij het geheele plan tot verbetering van het Stationsplein onder de oogen kan zien en geven daarom in overweging het adres af te doen overeenkomstig het' borstel. De heer ZIJLMANS zegt, dat adressant met zijn inrichting al veel te lang in een hoek is geduwdhij zit daar totaal gemaskeerd. De zaak eischt volgens Spr. spoedige verbetering. Hij wil weieens weten, welke die meer urgente werken zijn, waarop Burgemeester en Wethouders in hun prae-advies doelen. De VOORZITTER antwoordt, dat de Raad desgewenscht bij de behandeling van de begrooting de verbetering van het Stationsplein ter sprake kan brengen. Zonder verdere bedenkingen wordt daarop con form het prae-advies van Burgemeester en Wet houders besloten. 27. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op het adres van de Vereeniging tot bevordering van de vakoplei ding voor Handwerkslieden in Nederland, verzoekende een bijdrage te willen toekennen in de kosten van een te houden Nationaal Congres te 's-Gravenhage.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 101