16 DECEMBER 1931 1023 ontstaan van die crisis is ons op alle mogelijke manieren verklaard en wij weten dus nauwkeurig, welke de oorzaken zijn. Wij weten ook hoe zij zich 'openbaart; de kapitalisten lijden er onder, de middenstand, de arbeiders, de ambtenaren, allen klagen om het meest en met reden; ik behoef daar niet verder op in te gaan, maar ik moest dit zeggen, omdat die crisis ook invloed heeft op het bestuur der gemeente. Duidelijk blijkt dat uit de nota, die Burgemeester en Wethouders oudergewoonte bij de begrooting hebben overgelegd. We lezen, wat de uitgaven betreft: ,.Het is te verwachten, dat ook in 1932 uitgaven voor „werkverschaffing zullen moeten worden gedaan en ook bij- dragen der gemeente ten behoeve der verlenging van den „uitkeeringsduur van werkloozenkassen." „Het hangt van het verdere verloop van de economische „crisis af, of de bedragen, uitgetrokken voor steunverleening „en armenzorg, voldoende zullen blijken." „Er moet gerekend worden op een uiteindelijk nog on gunstiger uitkomst van hoofdstuk 9 par. 2 „Ondersteuning „van werkloozen." „De werkloozenkassen ontvangen hooger subsidie." „Alleen de meest noodzakelijke buitengewone werken zijn „in den kapitaaldienst opgenomen, omdat beperking der „kapitaalsuitgaven en daardoor beperking van den rente- en „aflossingslast op den gewonen dienst noodig is." „Het tempo kan niet worden volgehouden en meerdere „voorzieningen zullen naar betere tijden verschoven moeten „worden." „Betwijfeld wordt, of de gemeente door haar groei en „andere omstandigheden kan wijzen op een evenredige ver- „hooging van haar inkomsten." Dit zijn allemaal uitdrukkingen, die in de nota van Bur gemeester en Wethouders te vinden zijn. Men ziet het, Burgemeester en Wethouders voelen den druk der tijden; zij kennen de toekomst niet, maar houden rekening met ver slechtering van den toestand. Zij schromen niet uitgaaf-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 1023