1034
16 DECEMBER 1931
verder wensch ik aan alles, wat tot het verzachten,
beteugelen en rechtzetten van wat tengevolge van de
doorwerking der zonde in het maatschappelijk leven is
scheef gezakt en ontwricht, naar mijn bescheiden krach
ten, met inachtname van de ontwikkelde beginselen,
mede te werken.
Mijnheer de Voorzitter. Uit het vorenstaande volgt nood
wendig, dat ik, rekenende met de velerlei, soms diep in het
maatschappelijk leven ingrijpende gemeentelijke bemoeiingen,
bij tal van te nemen beslissingen, waaraan meermalen prin-
cipieele beginselen ten grondslag liggen, zal staan aan de
zijde van hen, wier beginselen eveneens uitgaan van de
souvereiniteit Gods over het gansche maatschappelijk leven,
al zal er in de waardeering van verschillende objecten niet
altijd eenstemmigheid zijn. Maar, waar zuiver zakelijke onder
werpen aan de orde komen, hoop ik tegenover ieder voorstel,
onverschillig van welke zijde het komt, een zooveel mogelijk
objectief standpunt in te nemen en alléén als toetssteen aan
te leggen de beginselen, zooals die naar Protestantsch-
Christelijken aard uit Gods woord zijn afgeleid.
Daarbij zal niet over het hoofd worden gezien, dat het
gansche leven nu eenmaal is een compromis van beginselen,
zonder welke een samenleving onbestaanbaar is, en dat alleen
door vereende krachten het beste voor de stad, wier bestuur
aan onze handen is toevertrouwd, te verkrijgen is en dat
ook alleen daardoor de belangen van alle groepen der be
volking tot hun recht komen.
Mijnheer de Voorzitter. Ik geloof, dat dit belang het beste
wordt gediend, wanneer wij, met handhaving van de begin
selen, waar dit wordt geëischt, trachten zooveel mogelijk in
elkanders gedachtengang te komen, niet pogen elkander
vliegen af te vangen, met een behoorlijke waardeering van
wat er leeft in de verschillende bevolkingsgroepen, ons
nochtans niet laten beïnvloeden door de gunst of de ongunst
der kiezers, maar als mannen, die zich, inzonderheid in deze
moeilijke tijden, bewust zijn van het gewicht van de hun