b. een stad in Gelderland voor de inkomsten gewone dienst,
500.000.uit den kapitaaldienst neemt, waarvoor dus
geleend moet worden; en
1048
18 DECEMBER 1931
Overigens wil ik den heer Haaiman vragen, hoe, bij het
bestaan van een bruikbaren sluitpost, het dan toch zou komen,
dat:
a. een stad in Noordbrabant nieuwe belastingen invoert om
de begrooting sluitend te kunnen maken;
c. een groote stad in ons land eveneens verschillende be
lastingen verhoogt en nieuwe invoert om de begrooting
te doen sluiten, terwijl een andere groote stad nog op
regeeringsmaatregelen wacht om haar begrooting sluitend
te kunnen maken?
Waardoor zijn die feiten te verklaren? Door de gewij
zigde financieele verhouding is de gemeente beperkt in het
heffen van belastingen. Misschien heeft de heer Haaiman
ook gehoord, dat er een crisis is, welke verschillende ge
meenten noopt tot ongewone handelingen. Wij doen dat bij
deze begrooting ook eenigszins, maar voorloopig op beschei
den wijze. Men kan thans niet meer spreken van een sluit
post in volstrekten zin.
Voorts heeft de heer Haaiman theatraal geroepen: „Gij
maakt van „onvoorzien" een sluitpost!"
Ook dat is niet juist. Men kan imet evenveel reden be
weren, dat het saldo van den dienst 1930 de sluitpost is. Deze
draagt toch ook er toe bij om de begrooting voor 1932 te
doen sluiten.
Op de derde plaats vindt de heer Haaiman het beden
kelijk, dat het batig saldo over 1930 mede is veroorzaakt door
de hooge winsten uit de bedrijven.
Ik merk daartegenover op, dat de heer Haaiman dit
wist en in de vergadering van 30 September 1931 heeft ge
zegd, dat hij herhaaldelijk bij Burgemeester en Wethouders
heeft aangedrongen, de overwinst der bedrijven voor het
grootste deel te bestemmen voor extra-afschrijving en uit
breiding. Burgemeester en Wethouders hebben in die ver-