1054 18 DECEMBER 1931 hoe het best contact te verkrijgen is met het Nationaal Crisis- Comité. Allen moeten samenwerken; de werkelijk noodlij denden moeten en zullen geholpen worden. Maar laten wij niet voorspiegelingen doen, welke niet vol te houden zijn. Ten slotte dit: hulpvaardigheid moet met voorzichtigheid ge paard gaan. De heer GRUIJS zegt het navolgende: Mijnheer de Voorzitter. Hoewel ik niet in de gelegenheid ben geweest, in eerste instantie aan de algemeene beschouwingen over de begroo ting 1932 deel te nemen, wensch ik nu toch, na kennis ge nomen te hebben van hetgeen o.a. door den heer Van d e Ven aan het adres van de door mij in dezen Raad verte genwoordigde partij gezegd is, nog een enkel woord in het midden te brengen. De heer Van de Ven heeft, waarschijnlijk met niet geheel dezelfde woorden, opgemerkt, dat ons, tengevolge van den grooten vooruitgang in sterkte van de vertegenwoordi gers der R. K. Staatspartij na de verkiezingen van 1927, de schrik om het hart geslagen is en dat wij daarom den heer Haaiman, die onder eigen vlag lid van den Raad was, weer teruggenomen hebben in de S.D.A.P. en dat zulks een goede aanwinst voor ons was. Het laatste gedeelte van dit betoog, namelijk dat de heer Haal man een goede aanwinst voor onze partij is, daar over is het niet mogelijk ,met den heer Van de Ven van oordeel te verschillen. Ik twijfel zelfs niet, of de R. K. Staats partij zou, wanneer de heer Haaiman katholiek ware, hem ook gaarne tot haar vertegenwoordigers in dezen Raad en wellicht ook elders hebben aangemerkt. Dat wij, de S.D.A.P., den heer Haaiman echter in de partij hebben terugge nomen en dan nog wel omdat ons de schrik om het hart was geslagen, moeten wij den heer Van de Ven pertinent tegenspreken. In onze partij wordt niemand teruggenomen. Men wordt lid van de partij, omdat men het in het algemeen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 1054