1058 18 DECEMBER 1931 meerderheid R. K. bevolking, wat godsdienst betreft, en wij handelen daarnaar. Zie onze houding bij toekenning van sub- sidiën. Ik zou hierbij een opmerking willen maken. In den verkiezingstijd is er op gewezen, dat de S.D.A.P.-fractie zich verzet heeft tegen de subsidie voor het E. K.-huis en de ver hooging der subsidie voor het Lyceum. Alhoewel dit niet mij geldt, kan ik me de houding der S.D.A.P.-fractie volkomen begrijpen, gezien de houding meerdere malen aan de overzijde tegenover ons aangenomen. Ik stond echter op het standpunt, dat men geen kwaad met kwaad moet vergelden en het heeft mij verheugd, dat de S.D.A.P.-dractie later het door mij in genomen standpunt heeft gedeeld. Bij de laatste begrooting zijn beide subsidies zonder den minsten tegenstand dezerzijds aangenomen. De eerlijkheid had nu geboden daarvan mede- deeling te doen. Dit is niet geschied. De Voorzitter der R. K. Raadsfractie wilde aan de S.D.A.P. geen stuwkracht ont zeggen, maar achtte deze ook bij de R. K. Staatspartij aan wezig, waarbij hij wees op mannen als Nolens en A a 1 b e r s e. Inderdaad, ook deze mannen worden door ons gewaardeerd, hetgeen de heer Van de Ven heeft kunnen vinden, wanneer hij gelezen heeft hetgeen in de S.D.A.P.- pers bij het overlijden van Mgr. N o 1 e n s is geschreven. Ook ten aanzien van T a 1 m a is dit het geval. En nu is het juist onze grief, dat, waar wij ook waardeering hebben voor onze tegenstanders, dit omgekeerd, en vooral hier in den Raad, niet het geval is. De heer Van de Ven heeft gewezen op ..Rerum Novarum" en ,,Quadragesimo Anno", maar ik zou willen vragen: Handelen alle Katholieken daarnaar en vooral de R. K. patroons in Brabant? Stuwkracht is goed, maar dan niet zooals deze tot uiting kwam te Utrecht, waar door het Eerste-Kamer-lid de B r u ij n werd gezegd, dat men zou klauwen zoolang men klauwen had. Maar van die klauwerij is niet veel gekomen en het zijn dan ook sprekers uit de R. K. vakbeweging geweest, die in een vergadering te Bergen-op- Zoom een toon hebben laten hooren, waarvan ik hier een en ander naar voren zal brengen. In een protestvergadering van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 1058