18 DECEMBER 1931. 1063 .weging worden aangenomen.'' De heer Van Mierlois niet bereid verantwoording af te leggen op deze plaats, wèl elders. Welnu, wij zullen hem gaarne daarvoor de gelegenheid geven en behoeft dit zelfs door ons niet eerst in overweging te worden genomen. Hetgeen de heer Van Mierloin den verkiezingsstrijd heeft gezegd, is geschied omdat ik op de lijst stond, ja, dat zit den heeren nog steeds dwars. Ze hadden het zoo gaarne anders gezien, maar wij hebben ook gezien dat „eendracht macht is". En al hetgeen de heer Van Mierlo verder heeft gezegd, is een volledige bevestiging van hetgeen door mij in eerste instantie is besproken. Het zou onkiesch zijn geweest, de redenen uiteen te zetten, waarom wij op 4 Juli j.l. afzijdig zijn gebleven, en het publiek te wijzen op door ons gevoelde tekortkomingen; maar wij krijgen de tegen mij aan gevoerde liefelijkheden toch ook maar in het openbaar naar ons hoofd geslingerd en bovendien wilden wij onze houding rechtvaardigen, zoowel tegenover den Raad als tegenover de ingezetenen dezer gemeente. Wanneer de heer Van Mierlo verwijst naar de wijze, waarop de Burgemeester van Amsterdam van sociaal-democratische zijde is toegespro ken, dan kan ik hem de verzekering geven, dat deze zich niet heeft schuldig gemaakt aan een optreden als van den Burgemeester van Breda. Bovendien zijn wij de eenigsten niet, die meenden ons te moeten beklagen. Ik heb hier de notulen van 24 Februari 1927. Daar wordt door een der leden van den Raad o.m. gezegd: „Niet aldus het antwoord van „Burgemeester en Wethouders. Hard weinig tegemoet komend in alles gelijk willend hebben werkt het bij „lezing prikkelend, irriteerend" en verder: „Ik zou voort kun- „nen gaan, doch meen voldoende feitenmateriaal gegeven te „hebben. Ik zou er prijs op stellen in de toekomst een minder „autocratische geest in het antwoord te kunnen beluisteren, „een geest van voorkomendheid, bereidheid tot overleg, en „waar ^e omstandigheden het medebrengen tot erkennen van „verzuim, een geest van differentie voor hen, die voorstellen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 1063