18 DECEMBER 1931
1071
verminderd, terwijl het aantal te betalen guldens aan rente
en aflossing voor bestaande leeningen onveranderd blijft.
Hierdoor wordt de druk van rente en aflossing voor het dan
nog levende geslacht zóó zwaar, dat het gevolg daarvan zal
zijn een onduldbare belastingdruk.
De heer LOONEN geeft toe, dat het in dezen tijd zeer
moeilijk zal zijn de reserves liquide te maken.
Spr. heeft zich niet gedacht, dat de reserves geleend wor
den, doch dat deze tijdelijk door de gemeente worden ge
bruikt. In normale tijden moet men noodige uitbreidingen tot
stand brengen en daarvoor moet dan toch geleend worden.
Spr. zal voorts bij den betreffenden begrootingspost nader
ingaan op het voorstel, om de voorgenomen verlaging der
electriciteitstarieven niet te doen doorgaan.
Voorts dringt Spr. er op aan, dat men zal doorgaan met
het doen verrichten van werkzaamheden, welke noodig zijn
om het aspect der stad te verhoogen.
Ten slotte wil Spr. nog mededeelen, wat de heer Van
de Ven verzuimd heeft te zeggen, dat het de R. K.-fractie
verheugd heeft te verneimen, dat de heer M a b e 1 i s veelal
aan haar zijde zal staan.
De heer VAN DER VEN zegt het navolgende
Het blijkt, Mijnheer de Voorzitter, dat ik de heeren aan
de overzijde nogal flink heb aangepakt, toen ik den heer
Haaiman wees op het bezigen van vreemde woorden in
zijn algemeene beschouwingen en opmerkte, dat nu juist de
heer Van Houten niets van zich liet hooren, terwijl hij
zulks wèl doet als U vreemde woorden gebruikt. De heer
Haaiman zegt verder, dat degene, die dit niet verstaat,
geen algemeene beschaving met zich draagt. Dit is dan ook
op sommige partijgenooten van den heer Haakman van
toepassing. Vervolgens zegt de heer Haaiman, dat hij in
zijn kinderjaren niet de opleiding heeft genoten, welke hij
graag gehad zou hebben, maar dat hij zich nu nog steeds