18 DECEMBER 1931 1073 te kort waren geschoten. Al hadden wij nu voor deze voor stellen gestemd en waren deze aangenomen, wat hadden wij er dan aan gehad, indien de Minister ze niet goedkeurt, aan gezien we niet boven de 65 of 70 mogen gaan! De men- schen waren dan weer blijgemaakt met een doode musch, zoo- als het spreekwoord zegt, en daarom wilden wij liever afwachten hetgeen de Minister zou doen volgens zijn toezeg gingen. Ik kan den heeren wel mededeelen, dat wij in ons doen en laten vrij worden gelaten, ook hoe of wij zullen stemmen, en dat wij niet behoeven uit te voeren, wat ons van hoogerhand wordt opgelegd. Nu we toch over deze zaak bezig zijn, zou ik weieens willen vragen: Hoe denkt U, Mijnheer de Voorzitter, over het samenstellen van een plaatselijk crisis-comité? In vele plaatsen is dit reeds opgericht. Laat ook het College in deze nu eens spoed betrachten, opdat de menschen geholpen worden; men kent de circulaire van den Minister nu toch en weet wat deze nu eenmaal wil. Met voldoening heb ik nu echter uit de woorden van den Voorzitter vernomen, dat er binnenkort maatregelen zullen worden genomen tot het oprichten van een plaatselijk crisis-comité om daardoor den nood in zoovele gezinnen te lenigen. Wethouder VAN BUITENEN heeft aanvankelijk den heer L o o n e n verkeerd begrepen toen deze over de bedrijfs- reserves sprak. Spr, meent te moeten opmerken, dat de ge meente er nog niet aan toe is om die reserves in den alge-: meenen dienst te gebruiken; dat zal eerst gedaan worden als het hard noodig is. Over den sluitpost der begrooting zal Spr. maar zwijgen. Voorts vestigt hij er nogmaals de aandacht op, dat de finan- cieele politiek zoodanig behoort te worden gevoerd, dat de belastingdruk, zoo mogelijk, niet wordt verhoogd. Betreffende het stabilisatievlak, door den heer M a b e 1 i s besproken t.o.v. de rentebetalingen en aflossingen der ge-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 1073