18 DECEMBER 1931 1075 ,,dat de vaste raadscommissies volledig door aan de werk zaamheden deelnemende leden worden bezet, besluit tot aan vulling van de door de niet-zitting-nemenden bestaande „vacatures daarin, over te gaan." Deze motie wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. De algemeene beschouwingen worden daarop gesloten. De VOORZITTER wil thans zijn spijt uitdrukken, dat de heer Haaiman niet gereageerd heeft op het door den heer M a b e 1 i s gesprokene, betreffende het gebruiken van bijbel teksten, niettegenstaande dit den heer M a b e 1 i s in het diepst van zijn ziel gegriefd heeft. De heer HAALMAN wil, nu de Voorzitter hierop terugkomt, den heer M a b e 1 i s antwoorden. Het was aller minst Spr.'s bedoeling iemand te kwetsen. Nu gebruikt de Voorzitter weder dikke woorden van „in het diepst zijner ziel gegriefd" en het heeft allen schijn, dat de heer M a b e 1 i s gewonnen moet worden. Spr. wijst er vervolgens den heer M a b e 1 i s op, dat hij ook bij zijn geestverwanten in de Kamers der Staten-Generaal moet aankloppen met het verzoek om het gebruik van bijbel teksten achterwege te laten. De heer MABELIS protesteert hiertegen. Met het bezigen van bijbelteksten moet men voorzichtig zijn; als men ze ge bruikt, moet men het goed doen en dat doet de heer Haai man niet. Spr. wijst er op, dat het hem pijnlijk heeft ge troffen, dat men een Persoon in het debat heeft betrokken, die oneindig veel hooger staat dan wij allen; dat is ongepast en behoort niet meer te geschieden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 1075