18 DECEMBER 1931 1077 De begrooting van de Brandweer wordt hierop zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd en vastgesteld. Gezondheidscommissie. De heer COHEN zegt het navolgende: Op blz. 6, Mijnheer de Voorzitter, van het verslag van de Gezondheidscommissie kan men zien, dat het sterftecijfer voor Breda van kinderen beneden het jaar procentsgewijze hooger is dan bij het Rijk. Nu is het wel eenigszins waar, dat zulks aan schommelingen onderhevig is, maar men mag niet ver geten, dat in de getallen voor het Rijk ook zijn opgenomen die kleine plaatsen en dorpjes, waar op het gebied van be strijding der zuigelingensterfte zeer weinig gedaan wordt, waardoor het percentage van het Rijk stijgt. Breda echter mag izich toch zeker geplaatst zien onder de voornaamste gemeenten van ons land, dus zou Breda, wat het percentage der kindersterfte betreft, lager moeten staan. Hier zijn ver- eenigingen genoeg, die in voldoende mate de zuigelingenzorg ter hand hebben genomen. Laten Burgemeester en Wet houders, in nog meerdere mate dan nu het geval is, hun aan dacht daaraan wijden en die vereenigingen zooveel mogelijk subsidiëeren. De VOORZITTER wil ook hier volstaan met den heer Cohen te verwijzen naar het schriftelijk door Burgemeester en Wethouders gegeven antwoord, omdat men niet steeds aan het herkauwen kan blijven. Het sterftecijfer van kinderen is ook wel eens lager. Hij wijst er ten slotte op, dat de gemeente in het verleenen van subsidies aan vereenigingen, welke zui gelingenzorg beoogen, niet geheel vrij is, doch gebonden door de voorschriften der Armenwet. Deze bepaalt o.m., dat alleen in zeer bijzondere gevallen mag worden gesubsidiëerd en dat deze subsidie slechts voor één jaar mag worden verleend.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 1077