1080 18 DECEMBER 1931 komen, dat het werk van een gemeente-arts den geheelen mensch eischt en als men eenmaal die overtuiging is toe gedaan, dan zal ook het salaris daarmede in overeenstemming gebracht moeten worden. Ik hoop, dat Burgemeester en Wet houders dit alsnog zullen inzien en hun standpunt in deze zullen wijzigen. lik wil ook nog iets zeggen over een geval, dat zich heeft voorgedaan tusschen Wethouder Van Mierlo en een patiënt, die door den geneeskundigen dienst onderzocht was en voor wien het zeer noodzakelijk was, dat hij uitgezonden werd. De Wethouder, onder wien die dienst ressorteert, stelde als eersten eisch, dat die patiënt zijn woning zou ont ruimen, dan kon hij gedeeltelijk op kosten van de Gemeente uitgezonden worden. Die zaak heeft de Wethouder lang tegengehouden, waardoor de ziekte van den man verergerd is. Dit is, op zijn zachtst uitgedrukt, geen menschwaardige behandeling. Laat ik het vertrouwen uitspreken, dat zooiets niet meer zal gebeuren. Ik dank U, Mijnheer de Voorzitter. De heer CRUL meent, dat de gemeente trotsch kan zijn op een instelling als het St. Ignatius-zieikenhuis. Zoolang er geen argumenten voor worden aangevoerd, slaat Spr. geen geloof aan de beweringen, dat de geestelijke vrijheid in die inrichting niet verzekerd is. Namens de R. K. Raadsfractie kan Spr. mededeelen, dat zij tegen de stichting van een neutraal ziekenhuis is. Betreffende het verleenen van eerste hulp bij ongelukken heeft Spr. connectie gezocht met verschillende hier ter stede gevestigde firma's. Hij heeft van één firma een aanbod ont vangen, dat heel wat voordeeliger is, dan het in de begrooting vermelde bedrag. In Breda zijn volgens Spr. twee firma's, welke twee volledig uitgeruste ziekenauto's hebben; de prijs zal Spr. niet noemen, doch hij geeft het College in overweging eens een jaar proef met een dier firma's te nemen. De heer MABELIS is in de afdeeling der begrooting,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 1080