18 DECEMBER 1931
1083
Van M i e r 1 o gesprokene en het medegedeelde door Bur
gemeester en Wethouders in de Memorie van Antwoord. De
heer Cohen dient nader de gevallen mede te deelen, waarin
de geestelijke vrijheid geweld is aangedaan. Het fanatisme
gaat soms zoover, dat men een aanranding der geestelijke
vrijheid ziet in de omstandigheid, dat er nonnen met kappen
op rondloopen. Spr. heeft nog nooit klachten over bedoelde
aanranding gehoord. Overigens wil hij opmerken, dat de
R. K. gelukkig zijn, indien iemand naar lichaam en ziel wordt
genezen. Ook Spr. acht een neutraal ziekenhuis onnoodig en
te duur.
De heer VAN DER VEN heeft steeds met voldoening
over de behandeling in het St. Ignatius-ziekenhuis hooren
spreken. Dat er de geestelijke vrijheid geweld wordt aan
gedaan, heeft Spr. nooit gehoord; hij acht het geval nogal
hoog opgevoerd.
De heer SCHRAUWEN merkt op, dat de persoon, die den
Raad ter zake kan inlichten, in deze zaal aanwezig is, n.l.
de heer Van Houten.
De heer COHEN is het met den heer Crul eens, dat
men trotsch kan zijn op het St. Ignatius-ziekenhuis als inrich
ting. Daarover gaat het echter niet, maar over het feit, dat
personen, die het niet met de R. K. ideeën eens zijn, geweld
wordt aangedaan in de vrijheid, welke hun lief is. Het College
had zulks kunnen weten, als het geïnformeerd had bij den
directeur van den Gemeentelijken Geneeskundigen- en Ge
zondheidsdienst.
De heer Schrauwen heeft er op gewezen, dat de heer
Van Houten meer van de zaak weet. Spr. zegt, dat dit
juist is; het spijt hem, dat de heer Van Houten hier ge
noemd is, maar nu het toch gezegd is, wil Spr. wel mede-
deelen, dat diens vrouw maanden en maanden lang geestelijk
geweld is aangedaan. Overigens zegt Spr., dat niet door één,