108
23 FEBRUARI 1931.
hooren, hem aangenamer in de ooren klonk dan dat van
den heer Broos, voert Spr. aan, dat ieder vogeltje zingt
zooals het gebekt is. Verder wil hij er den heer Haaiman
op wijzen, dat hij niet gezegd heeft, dat vele R. K. fractie
leden tegen subsidieering van de A.J.G. zullen stemmen
enkel en alleen omdat de S.D.A.P.-fractie indertijd tegen
het toekennen van een subsidie aan het E.K. Werk heeft
gestemd, maaronder meer. Spr. heeft het werkelijk als een
persoonlijk leed gevoeld toen de leden van de S.D.A.P.-
fractie zich zoo eenparig tegen het verleenen van steun
aan dat mooie werk verklaarden.
De heer VAN VEEN wenscht den heer Broos op te
merken, dat hij niet kan gissen, of deze namens zijn fractie
spreekt, evenmin als hij tijdens de behandeling der subsidie
aanvraag voor het E.K. Werk kon raden, dat diens partij
genoot namens zijn fractie sprak.
Waar het voor Spr. op aan komt is, dat de overlegde
begrooting met een nadeelig saldo sluit en er dus in begin
sel aanleiding is om zich tot de Gemeente te wenden. De
Raad moet evenwel een inzicht hebben in de verschillende
begrootingspostenvandaar zijn voorstel om dit punt aan
te houden.
De VOORZITTER schaart zich aan de zijde van dege
nen, die geen gemeenschappelijke basis kunnen ontdekken
tusschen het E.K. Werk en dat van de A.J.G. Persoonlijk
gevoelt Spr. wel voor subsidieering van dergelijke rijpere
jeugd-vereenigingen, maar dan bij een algemeene regeling.
Als de Raad een dergelijke regeling wenscht, zal dit door
Burgemeester en Wethouders in welwillende overweging
worden genomener zal daarbij van een bedrag van een
bepaalden omvang moeten worden uitgegaan en nagegaan
moeten worden of de omstandigheden overigens de subsi
dieering toelaten.