1092
18 DECEMBER 1931
verhinderd is deze vergadering bij te wonen. Daarop stelt
hij aan de orde de voortzetting der behandeling van de z.g.
bijbegrootingen.
Burgerlijk Armbestuur.
De heer COHEN zegt, hier meermalen de wenschelijkheid
te hebben betoogd van de omzetting van het Burgerlijk Arm
bestuur in een dienst voor Maatschappelijk Hulpbetoon. Ook
ditmaal is daarop aangedrongen in het Centraal Rapport.
Met het antwoord van Burgemeester en Wethouders, dat het
Burgerlijk Armbestuur te gelegener tijd haar meening daar
omtrent zal kenbaar maken, kunnen Spr. en zijn fractie-
genooten zich vereenigen, maar zij verzoeken Burgemeester
en Wethouders er bij het Burgerlijk Armbestuur op aan te
dringen, dat het daarmede spoed betracht.
De VOORZITTER zal het verzoek van den heer Cohen
aan den Voorzitter van het Burgerlijk Armbestuur over
brengen.
De begrooting van het Burgerlijk Armbestuur
wordt daarop zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
Armenraad.
De heer MEIJVIS zegt, dat zijn vraag betreffende de z.g.
Woekercommissie niet naar zijn genoegen beantwoord is. Hij
gelooft, dat een opnieuw aandringen bij den Armenraad, op
het verstrekken van inlichtingen, geen succes zal hebben,
aangezien het die instelling blijkbaar aan den noodigen ernst
ontbreekt. Destijds is het voorstel gedaan om een commissie
uit den Raad te benoemen om een onderzoek naar den woeker
in te stellen; Spr. vindt het, vooral in de tegenwoordige om
standigheden, dringend noodig daaraan thans uitvoering te
geven.