18 DECEMBER 1931 1099 tarief van 1020 beneden het gemiddelde is. Tilburg en Nijmegen zijn aanzienlijk hoogerj omdat zij geen vastrecht tarieven hebben. Dezelfde commissie heeft een dergelijk onderzoek inge steld naar de tarieven voor kleine, middelgroote en groote winkels. Daaruit blijkt, dat de tarieven hier respectievelijk 11,5 9,7 en 12,9 onder het gemiddelde blijven. Zij kunnen dus de vergelijking met andere gemeenten glansrijk doorstaan. Hetgeen de heer L o o n e n bij de algemeene beschou wingen ten aanzien van de reserves heeft bepleit, gaat lijn recht in tegen de richting, welke tot heden is gevolgd. De heer L o o n e n vraagt zich af: „Waarom te reserveeren zon der een bepaald doel? Men loopt groote risico's met de be legging en moet anderzijds duur leenen, terwijl men geld tot zijn beschikking heeft. Waarom dit geld niet gebruikt?" Vóór 1927 had men evenwel reserves voor bepaalde doel einden: voor het Gasbedrijf vier, voor het Electriciteits- bedrijf drie en voor de waterleiding twee. In 1927 heeft de Raad besloten er één groote reserve van te maken, niet voor een bepaald doel, maar voor verschillende doeleinden. Ie. Om de winst veilig te stellen. Het niet bereiken van de behaalde winst zou namelijk de geheele begrooting in gevaar brengen. Zoo ooit, dan is in de huidige onzekere tijden een dergelijke reserve gemotiveerd. Weliswaar heeft men de laatste jaren de geraamde winsten zien overschrijden, maar één langdurige kolenstaking kan het tegenovergestelde bewerken. 2e. Om aan tegenvallers het hoofd te kunnen bieden. In normale gevallen kan voor een nieuw activum geleend worden. Het is echter mogelijk, dat een oud en te vernieuwen object nog lang niet is afgeschreven, doordat iets onverwachts heeft plaats gehad. Zoo is in 1924 de klok van den kleinen gas houder vernieuwd moeten worden, hetgeen een niet voor ziene uitgave van it 24.000.meebracht. Dergelijke uit gaven zijn lang niet denkbeeldig. 3e. Wat het dure leenen betreft, zou Spr. willen vragen: En is het dan niet duur, als

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 1099