18 DECEMBER 1931
1101
zelf beschouwd zien. In eerste instantie gebeurt dit ook, maar
bij slot van rekening zijn de bedrijfsbegrootingen toch een
onderdeel van de gemeente-begrooting en moeten zij in ver
band daarmede bekeken worden.
Ten slotte heeft de heer Haaiman gevraagd, waarom
de rente van het reservefonds zoo aanmerkelijk lager is ge
raamd dan verleden jaar. Wanneer de heer Haaiman die
vraag bij het Centraal rapport had gesteld, dan had zij uit
voerig beantwoord kunnen worden, nu kan Spr. niet anders
dan het vermoeden uitspreken, dat dit het gevolg is van
uitloting en nieuwe belegging tegen een ander percentage.
Met betrekking tot het geval-Liniestraat, hetwelk door den
heer Van Houten te berde is gebracht, zegt Spr., dat
dit eerst onderzocht moet worden; hij kan daarop nu niet
antwoorden. De directeur zal op een en ander gewezen wor
den, indien daartoe aanleiding bestaat.
Den heer Van de Ven deelt Spr. naar aanleiding van
zijn voorstel mede. dat bij handhaving van het huidige electri-
citeitstarief de meerdere opbrengst niet 28.000.maar
23.305.zal bedragen; de heer Van de Ven heeft
hoogstwaarschijnlijk ook het grootverbruikerstarief mede-
gerekend; dit behoort hierbij evenwel buiten beschouwing te
worden gelaten, daar volgens ons contract een eventueele
verlaging hiervan, toch door de P.N.E.M. wordt geresti
tueerd. Burgemeester en Wethouders kunnen zich wel ver
eenigen met het voorstel-V an de Ven en nemen dit der
halve over.
Wethouder VAN BUITENEN wenscht naar aanleiding
van het door den heer Haaiman gesprokene iets te zeg
gen. Deze heeft verklaard het samenkoppelen van de bedrijfs-
politiek met de algemeene financieele politiek der gemeente
funest te vinden en heeft dat een principieele kwestie ge
noemd. Spr. vindt dit volstrekt geen principieele kwestie. Ook
kan hij niet beamen, dat elke winst indirecte belastingheffing
is. Zoolang 'de tarieven niet boven het normale gaan, is het