18 DECEMBER 1931 1117 het Slachthuis mag worden geslacht. Bij de oprichting van het bedrijf is daarin 90.000.winst van den Vleesch- keuringsdienst gestoken. Deze winst is ontstaan door te veei geheven keurloon. Nu wordt er wel gezegd, dat de consument dit ten slotte betaald heeft, maar daar gaat het hier niet om; vast staat, dat er door den Vleeschkeuringsdienst geen winst mag worden gemaakt en dat er dus te veel is betaald door de slagers. Door nu die 90.000.te steken in het Slacht- huisbedrijf is er door de slagers een groot offer gebracht. Een tweede offer wordt door hen gebracht door het betalen van de huidige slachtrechten. Als Burgemeester en Wethouders zoozeer prijs stellen op vergelijkingen met andere gemeenten zooals straks nog bij de begrooting van het Electriciteits- bedrijf is gebleken dan geeft Spr. hun in overweging de tarieven van hec Slachthuis eens te vergelijken met die in andere plaatsen; zij zullen dan wel tot de conclusie komen, dat de tarieven hier zeer hoog zijn, ja zelfs tot de hoogste in den lande behooren. De vraag is nu: Kunnen zij worden verlaagd en zoo ja, wanneer moet dit gebeuren? Spr. meent de eerste vraag bevestigend te kunnen beantwoorden. Wat de tweede betreft, zou hij de verlaging eerder willen laten ingaan dan de heer E 1 i c h, namelijk door een deel van de winst over 1931 te bestemmen voor tariefsverlaging. Dit is een methode, welke reeds jarenlang in groote gemeenten wordt toegepast en die ook hier zeer wel toepassing kan vinden, daar het absoluut vast staat, dat er een batig slot over 1931 zal zijn. Spr. zou daarvan dan 15.000.willen nemen ten einde tot 1 cent per K.G. verlaging van slacht- recht te komen. Een andere kwestie is, dat er in 1932 een beslissing moet worden genomen over het al of niet vernieuwen van de over eenkomst met de buitengemeenten betreffende den Vleesch keuringsdienst. Spr. ziet in een voorzetting van den huidigen stand van zaken voor Breda niet het minste voordeel; het brengt ons geen cent in het laadje, integendeel, wij hebben er alleen nadeel van, als gevolg van de kosten van vervoer

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 1117