1124 18 DECEMBER 1931 kalveren en ander klein vee 520 biggen 10400 1928: paarden 200 runderen 4160 varkens 2600 biggen 9100 1929: paarden runderen 4160 varkens 5200 biggen 7600 1930: paarden 300 runderen 3500 varkens 4000 kalveren 300 biggen 7300 1931: paarden 320 runderen 3000 varkens 4000 biggen 8400 1932: paarden 280 runderen 2800 varkens 520 biggen 9500 Men ziet daaruit, dat vooral de aanvoer van varkens sterk is teruggeloopen. Wat blijft er nu over, vraagt Spr., van de bewering van den heer K u ij 1 a a r s e.a., dat, als het Slacht huis er maar eenmaal was, het met de Veemarkt wel beter zou gaan? Spr. heeft altijd gezegd: Het zal steeds erger worden; het verlies op de exploitatie zal door den steeds geringer wordenden aanvoer van vee aangroeien tot ongeveer 10.000.— 's jaars. Welnu, als de cijfers, voor 1931 geraamd, juist blijken te zijn, als de opbrengst van de marktgelden in derdaad 1000.minder zal bedragen dan het vorig jaar, dan zal het verlies 10.000.beloopen! En, waar bij deze begrootingsdebatten voortdurend de nadruk is gelegd op de noodzakelijkheid van bezuiniging, gaat het dan aan voort te

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 1124