18 DECEMBER 1931 1127 door de Veemarkt, geen beroering; daarvoor zijn de boeren uit deze streek te kalm van aard. Spr. is het eens met den inhoud van het adres der Bre- dasche Slagersvereeniging, al is dit niet van hem uitgegaan. Er behoort wijziging plaats te hebben in den opzet der Paaschveetentoonstellingen. En wat is er nu tegen om die te beperken tot degenen, die op gewone marktdagen vee aanvoeren, d.w.z. de boeren van den Kring Breda? De jury kan dan uit eigen menschen gevormd worden, hetgeen een aanmerkelijke besparing zal geven. Alles bij elkaar genomen, blijft Spr. op het standpunt staan, dat in het belang van Breda getracht moet worden, de Vee markt nieuw leven in te blazen en deze niet als een verloren zaak te beschouwen. De heer LOONEN blijft van oordeel, dat de Veemarkt van belang is voor Breda. Nu Spr. heeft gehoord, dat de boeren aan den gang van zaken schuld hebben, acht hij het noodig, dat in die richting gewerkt wordt. Hij zal van zijn kant ook de slagers bewerken. De heer BROOS zegt het volgende: Mijnheer de Voorzitter. Naar aanleiding van de door een lid in het Centraal Rap port gestelde vragen en het daarop door Burgemeester en Wethouders gegeven antwoord, zou ik, mede in verband met het verzoek van de Bredasche Slagersvereniging om dit jaar ook weer een Paaschveetentoonstelling te houden, de volgende opmerking willen maken. In dat adres wordt verzocht, ter beperking van de kosten, die Paaschveetentoonstelling uitsluitend open te stellen voo.t den Kring Breda en de uit te loven prijzen te verlagen. Omdat dan het terrein, van waar die inzendingen kunnen komen, beperkt is, zijn ook de kosten voor reclame lager, terwijl hier door niet alleen de onkosten belangrijk zullen verminderen,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 1127