b. dat op de overblijvende open ruimte niets worde gebouwd of opgericht; 21 DECEMBER 1931 1141 De VOORZITTER merkt op, dat dit een zaak betreft, waarover de gemeentebesturen als zoodanig geen afdoend oordeel kunnen hebben en welke ook niet tot hun compe tentie behoort, zoodat hij den Raad voorstelt, het gemeente bestuur van Wehl te doen weten, dat aan zijn verzoek tot adhaesiebetuiging niet zal worden voldaan. Aldus wordt besloten. 10. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders, waarbij in overweging wordt gegeven gunstig te beschikken op een aanvraag van J. P. van derVen, om ontheffing van artikel 15 der Bouwverordening voor verbouwing van het pand Wilhelminastraat nr. 44. Niemand der leden daartegen eenige beden king hebbende, wordt besloten adressant de ge vraagde vergunning te verleenen onder de vol gende voorwaarden: a. dat geen verandering worde gebracht in de grenzen van het perceel c. dat, ter voldoening aan artikel 6 der Woningwet, de vereischte teekeningen, ingericht volgens artikel 105 der Bouwverordening, aan Burgemeester en Wet houders ter goedkeuring worden aangeboden; d. dat, wanneer binnen zes maanden na de dagteekening van dit besluit van de verleende ontheffing geen gebruik is gemaakt, deze geacht wordt niet te zijn verleend en onder bepaling, dat bij niet voldoen aan één dezer voorwaarden, de verleende ontheffing vervalt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 1141